Mijn Keurmerk

Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ)

04 juli 2021 - Kennisbank

Over de Wkkgz

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’) is dé kwaliteitswet in de zorg. In deze wet staan de meest belangrijke verplichtingen voor zorgaanbieders, waar het om de zorg gaat. Hoewel deze wet een heel breed toepassingsbereik heeft, zijn sommige diensten ook uitgezonderd. In deze bijdrage wordt uitgelegd wat de Wkkgz precies voorschrijft, en aan wie. Ook wordt uitgelegd voor wie de wet níet geldt.

Voor de volledigheid: deze bijdrage is toegespitst op zzp’ers. Dat betekent dat een aantal verplichtingen uit de Wkkgz niet (volledig) wordt besproken. Dit, omdat een aantal verplichtingen uit de Wkkgz zich alleen richt tot een ‘instelling’. En dat is een zzp’er niet.

Zorgaanbieder en zorgverlener

De Wkkgz is er voor ‘zorgaanbieders’. Er is in deze wet een belangrijk verschil tussen ‘zorgaanbieder’ en ‘zorgverlener’. Want de meeste verplichtingen in de Wkkgz zijn voor ‘zorgaanbieders’. En niet voor ‘zorgverleners’. Wat is het verschil?

 

  • Een zorgverlener is de persoon die zorg verleent, én die dat direct of indirect voor een zorginstelling doet.  Dat betekent dat u zorgverlener bent als:
  • U als zzp’er direct of indirect werkt voor een instelling. Dan bent u dus geen ‘zorgaanbieder’, maar ‘zorgverlener’.
  • U als zzp’er via een bemiddelingsbureau of een uitzendbureau voor een instelling wordt ingezet. Ook dan valt u onder het grote(re) verband van die zorginstelling. En dan bent u geen ‘zorgaanbieder’, maar ‘zorgverlener’.

 

  • Een zorgaanbieder is de persoon of de onderneming (‘instelling’) die zorg verleent.  Die persoon of die onderneming contracteert meestal rechtstreeks met de zorgverzekeraar, of het zorgkantoor. Bovendien is deze persoon of onderneming eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. U bent dus zorgaanbieder als:
  • U als zzp’er zelfstandig werkt, en dus niet direct of indirect voor een instelling. U wordt dan meestal direct door de zorgverzekeraar of het zorgkantoor betaald. Op basis van een contract met de zorgverzekeraar of het zorgkantoor. Als betaling via een pgb van uw cliënt plaatsvindt, krijgt u betaald via de SVB.

Als u als zzp’er ‘zorgaanbieder’ bent, bent u ‘solistisch werkende zorgverlener’. 

Het gaat in de Wkkgz om ‘Zorg’

De Wkkgz geldt meestal (alleen) voor ‘zorgaanbieders’ – aanbieders van ‘zorg’. Het gaat daarbij dus om ‘zorg’. Wat is ‘zorg’ precies?

Zorg is wel:

  1. Zorg en diensten die door de zorgverzekeraar op grond van de Zorgverzekeringswet worden vergoed;
  2. Zorg en diensten die door het zorgkantoor op grond van de Wet langdurige zorg worden vergoed;
  3. Zorg en diensten die ‘individuele gezondheidszorg’ zijn. Dat zijn zorg en diensten
  • waarmee de gezondheid van de cliënt wordt bevorderd of bewaakt en/of waarmee u de cliënt onderzoekt, of raad geeft;
  • waarmee de u beoogt de cliënt van ziekte te genezen;
  • waarmee u beoogt een ziekte bij de cliënt te voorkomen;
  • waarmee u de gezondheidstoestand van de cliënt beoordeelt.

 

De laatste categorie is erg breed geformuleerd. Dat is niet voor niets. Want het is de bedoeling van de Wkkgz dat ook zorgverleners die alleen alternatieve en complementaire behandelingen uitvoeren, onder de wet vallen.

Zorg is dus niet:

  • Zorg en diensten die onder de Jeugdwet vallen, en worden vergoed door gemeenten;
  • Zorg en diensten die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 vallen, en ook worden vergoed door gemeenten.
  • Ook zijn er heel veel andere uitzonderingen. Daarover meer weten? Kijk bij de uitzonderingen, in de Zelftest Wkkgz.

 

De belangrijkste plichten uit de Wkkgz op een rij

Artikel 2: een zorgaanbieder verleent goede zorg. Dat betekent dat de zorg:

  • Van een goed niveau en een goede kwaliteit moet zijn;
  • Veilig, doeltreffend, doelmatig, tijdig en cliëntgericht is, en is afgestemd op de behoefte van de cliënt;
  • Waarbij wordt gehandeld volgens de professionele standaard en kwaliteitsstandaard. Deze verplichting geldt ook voor de zorgverleners die bij de zorgaanbieder werken;
  • De rechten van de cliënt in acht worden genomen en de cliënt verder ook met respect wordt behandeld.

 

Artikel 3: de organisatie van de zorg moet goed zijn.

 

Artikel 4 lid 2: de VOG. De instelling waarvoor u als zzp’er werkt, is ervoor verantwoordelijk dat de VOG (nog) geldig is. Als u solistisch werkt, bent u zelf verantwoordelijk voor het hebben van een geldige VOG.

 

Artikel 7 en 9: zorgen voor de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Dat doet u als zzp’er door, voor zo ver mogelijk, belangrijke informatie over de kwaliteit van zorg bij te houden. En aan de hand van die informatie te kijken of u inderdaad goede zorg verleent, en misschien zo nodig uw eigen procedures aanpassen. Onderdeel van deze plicht is het veilig melden, dus het melden en registreren van incidenten. Die melding en registratie heeft namelijk tot doel: verbetering van de kwaliteit van zorg. Dat betekent dat u bij elk incident moet nagaan of dat misschien moet leiden tot verandering (verbetering) van uw eigen procedures. Sommige zzp’ers doen ook aan periodieke reflectie of intervisie, om aan artikel 7 te voldoen.

 

Artikel 8: als zorgaanbieder bent u verplicht om een eigen meldcode te hebben. In die meldcode moet een stappenplan staan waaruit blijkt hoe u omgaat met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

 

Artikel 10: hieruit volgt de informatieverschaffing naar de cliënt, als die daarom vraagt. Ten eerste keuze-informatie, over alternatieve zorgaanbieders. Ook moet informatie over de prijs voor de zorg en de kwaliteit, en moet ook informatie over de ervaringen van andere cliënten worden gegeven, als de cliënt daarom vraagt. Ook moet de cliënt worden geïnformeerd over de wetenschappelijk bewezen werkzaamheid van die zorg, en over een eventuele wachttijd.

Artikel 10 bepaalt verder ook dat je incidenten moet melden in het dossier van de cliënt, en aan de cliënt zelf. Het gaat hier dan wel alleen om incidenten die ‘merkbare’ gevolgen hebben voor de cliënt.

 

Artikel 11: calamiteiten, geweld in de zorgrelatie en ontslag (of opzegging van het contract) wegens ernstig tekortschieten van een zorgverlener in het functioneren moeten bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd worden gemeld. Dat moet binnen drie (werk)dagen.

 

Artikel 13-17: als zorgaanbieder moet je een eigen klachtenregeling hebben, dat voldoet aan de Wkkgz. Daarbij zegt artikel 15: als zorgaanbieder moet je een klachtenfunctionaris hebben (aangewezen).

 

Artikel 18-22: als zorgaanbieder moet je zijn aangesloten bij een erkende geschilleninstantie.

 

Tot slot

Veel van de verplichtingen in de Wkkgz zijn inmiddels menigeen bekend. Bovendien geldt dat veel van deze verplichtingen ook in de Jeugdwet staan, en dus in zekere zin (vergelijkbaar) gelden voor aanbieders van jeugdhulp. Voor aanbieders van (alleen) ondersteuning op grond van de Wmo 2015 gelden vaak andere regels, die per gemeente kunnen verschillen. Dat komt doordat gemeenten op grond van de Wmo 2015 vrij kunnen zijn in het bepalen van eisen die aan de ondersteuning worden gesteld.

​​​​​​​Jacqueline de Vries, Holla advocaten

Terug naar het overzicht