Mijn Keurmerk

Over de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ("IGJ')

16 augustus 2021 - Kennisbank

Deze bijdrage gaat over de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (‘IGJ’).
Wat doet de IGJ? En wat kan de IGJ allemaal? Die vragen komen hieronder aan bod.

Over de IGJ: wat is de IGJ?

De IGJ is officieel ‘het Staatstoezicht op de volksgezondheid’ – samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Anders gezegd: de IGJ is toezichthouder in de (jeugd)zorg. Juridisch gezien houdt de IGJ toezicht op met name zorgaanbieders en aanbieders van jeugdhulp. Let op: niet iedereen die zzp’er in de zorg is, is ook ‘zorgaanbieder’ of een aanbieder van jeugdhulp. Zzp’ers die direct of indirect voor een instelling werken, bijvoorbeeld, zijn dat niet. Die vallen, ondanks dat ze zzp’er zijn, onder het grotere ‘verband’ van de instelling waarvoor ze werken. En die instelling heeft dan te maken met de IGJ.

De IGJ beziet of de wet door zorgaanbieders en aanbieders van jeugdhulp wordt nageleefd. In totaal houdt de IGJ toezicht op de naleving van ongeveer 24 wetten. De belangrijkste wetten zijn: de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (‘Wkkgz’) en de Jeugdwet. De IGJ houdt dus geen toezicht op ondersteuning die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (‘Wmo’) valt. Het toezicht op ondersteuning wordt namelijk uitgevoerd door, of in opdracht van, gemeenten.

Wat doet de IGJ?

De IGJ houdt toezicht op de naleving van de wet. ‘Toezicht houden’ betekent dat de IGJ nagaat of de wet wordt nageleefd. Meer specifiek betekent dit vaak: of goede zorg wordt verleend, en dus of de kwaliteit van de zorg in orde is. Vaak gebruikt de IGJ een eigen kader, dat is gebaseerd op de wet én op beroeps- en veldnormen. Zo kan meer concreet worden getoetst of de (kwaliteit van de) zorg in orde is. Voorbeelden zijn het Toetsingskader 'Toezicht op de zorg thuis' en de Toetsingskaders Jeugd.

Om goed toezicht te kunnen uitoefenen, heeft de IGJ verschillende bevoegdheden. Zo kan de IGJ bijvoorbeeld informatie opvragen, of ‘vorderen’ en ook schriftelijke stukken inzien. In een uiterst geval kan en mag de IGJ zelfs cliëntendossiers inzien. Ook kan en mag de IGJ elke plaats betreden als dat voor het toezicht nodig is. Dus ook werk- en praktijkruimten, of ‘vervoermiddelen’ (auto’s, ambulances, enzovoorts). Woningen zijn hiervan overigens uitgezonderd. De IGJ mag alleen bevoegdheden uitoefenen als de wet dat zegt. Ook geldt dat de IGJ deze bevoegdheden alleen kan en mag gebruiken als dat noodzakelijk is. Dat staat ook in de wet.

Als de IGJ tot de conclusie komt dat de wet niet of niet voldoende wordt nageleefd, dan kan zij handhaven. Dit ‘handhaven’ betekent dat de IGJ zal aansturen op naleving van de wet. Dat ‘aansturen’ – handhaven – kan op verschillende manieren.

Wat kán de IGJ?

Hiervoor werd het al even geschreven: de IGJ kan handhaven, om ervoor te zorgen dat de wet wel wordt nageleefd. Wat betekent dat? De IGJ schrijft zelf op haar website: ‘Als we vaststellen dat de kwaliteit van zorgverlening onvoldoende is of dat door zwakke plekken in het zorgproces de kans op vermijdbare schade te groot is, dan grijpen wij in. Wij hebben daarvoor verschillende maatregelen, zoals een bevel of een boete.’

Handhaven is dus ‘ingrijpen’. Dat kan op verschillende manieren, zoals de IGJ zelf ook schrijft. Alle manieren van ‘ingrijpen’ staan ook op de website van de IGJ beschreven.

Ten eerste is te noemen het ‘verscherpt toezicht’. Bij verscherpt toezicht verscherpt de IGJ letterlijk het toezicht, omdat de IGJ vindt dat bepaalde zaken in en bij de zorg niet gaan zoals ze behoren te gaan. De IGJ vraagt bijvoorbeeld om verbeterplannen, of komt wat vaker aangekondigd of onaangekondigd langs. Totdat wordt vastgesteld dat er geen redenen tot zorgen meer zijn.

Verder is te noemen een aanwijzing. Daarmee wordt een zorgaanbieder of jeugdhulpaanbieder er formeel op gewezen dat hij of zij niet (helemaal) aan de normen voldoet. Bij de aanwijzing wordt dan een termijn gegeven waarbinnen wel aan de normen moet zijn voldaan. De IGJ controleert dit vervolgens. Met een aanwijzing wordt de aanbieder dus ‘de goede kant op gewezen’. Een bevel is een veel zwaardere variant. Een bevel kan bijvoorbeeld worden opgelegd als de IGJ ziet dat de veiligheid of de gezondheid (van cliënten) ernstig in gevaar is. En wanneer daarbij niet met een andere maatregel (zoals een aanwijzing) kan worden volstaan. Een bevel mag maximaal 7 dagen duren, en niet zo maar worden verlengd.

Een ‘last onder dwangsom’ is een middel van de IGJ om druk te zetten. Dit middel wordt ingezet als bijvoorbeeld niet op tijd aan een aanwijzing is voldaan, of als er een overtreding is die blijft voortduren. De IGJ stelt dan vaak nogmaals een termijn, om alsnog te voldoen. Wordt de gestelde termijn niet gehaald en is een dwangsom opgelegd, dan moet de zorgaanbieder die dwangsom uiteindelijk betalen. Is de overtreding geëindigd, dan stopt de dwangsom ook. Een variant hierop is dat de IGJ er zelf voor zorgt dat alsnog aan de wet wordt voldaan. De kosten die daarmee gepaard gaan, worden dan door de IGJ op de aanbieder verhaald. Dit wordt ook wel een last onder bestuursdwang genoemd.

Van de ‘last onder dwangsom’ moet de ‘bestuurlijke boete’ worden onderscheiden. Een last onder bestuursdwang heeft namelijk het doel om een overtreding te laten ophouden. Een boete is bedoeld om te bestraffen. Een boete wordt opgelegd bij een daadwerkelijke overtreding van de wet. En als de wet zegt dat een boete kan worden opgelegd. Een boete kan bijvoorbeeld worden opgelegd als een calamiteit niet of niet op tijd wordt gemeld.

Niet onbelangrijk is dat de IGJ ook bevoegdheden heeft op grond van de Wet BIG, waar het gaat om BIG-geregistreerden. Voor BIG-geregistreerden geldt dat de IGJ een tuchtklacht kan indienen, als de IGJ daarvoor redenen ziet. Ook kan de IGJ een zogenaamde LOOB opleggen: een Last tot Onmiddellijke Onthouding van de Beroepsactiviteiten. Een LOOB  betekent dat een BIG-geregistreerde per direct niet meer zijn of haar BIG-titel mag gebruiken. De LOOB wordt alleen in heel uitzonderlijke situaties opgelegd.

Slot

Kortom: de IGJ kan veel, en mag veel. Maar de IGJ is natuurlijk altijd gebonden aan de wet, en de zogenaamde beginselen van ‘behoorlijk bestuur’. Dat betekent dat de IGJ altijd in redelijkheid moet handelen, en altijd moet (kunnen) uitleggen waarom zij handelt zoals zij doet (of heeft gedaan). Eventueel is het aan een rechter om dat te toetsen.

Jacqueline de Vries, Holla advocaten

Terug naar het overzicht